Hoe worden de rookafvoerkanalen getest?
Rookafvoerkanalen kunnen volgens verschillende normen getest worden. De meest voorkomende zijn de Europese normen (EN 1366), de British Standard (BS 476) en in sommige specifieke gevallen de American Standard (UL).
Volgens de Europese normen dienen rookafvoerkanalen te worden getest met een brandbelasting aan de buitenzijde en aan de binnenzijde. Bovendien wordt er een onderscheid gemaakt op basis van hun toepassingsgebied:
- De eerste testprocedure op basis van EN 1366-9 is van toepassing op kanalen bestemd voor de afvoer van rook uit één enkel brandcompartiment. Hierbij worden de rookafvoerkanalen getest volgens een beperkte tijd/temperatuurcurve, waarbij de temperatuur niet hoger mag zijn dan 300°C of 600°C (de stookmethode en atmosfeer in de oven moeten voldoen aan de voorwaarden van de testnorm EN 1363-1. Eens een temperatuur van 300°C of 600°C bereikt is, moet deze gedurende het verdere verloop van de brandproef worden gehandhaafd. De classificatie gebeurt conform EN 13501-4.
- De tweede testprocedure op basis van EN 1366-8 is van toepassing op kanalen bestemd voor de afvoer van rook uit verschillende brandcompartimenten. Hierbij worden de rookafvoerkanalen getest volgens de ISO 834-curve (EN 1363-1). Deze kanalen worden conform EN 13501-4 geclassificeerd als C kanalen.
Deze testmethode is enkel geschikt voor kanalen die zijn opgebouwd uit niet-brandbare materialen (klasse A1 en A2-s1, d0).
De testmethode voor brandwerende rookafvoerkanalen bestemd voor de afvoer van rook uit verschillende compartimenten (EN 1366-8) is van toepassing op brandwerende kanalen die vooraf werden getest als ventilatiekanaal volgens EN 1366-1 (kanalen A/500 Pa en B). Kanalen bestemd voor de afvoer van rook uit één enkel brandcompartiment moeten enkel worden getest volgens EN 1366-9.
De prestatiecriteria voor rookafvoerkanalen zijn de volgende:
- Rookdoorlatendheid (S-criterium): lekdebiet ≤ 10 m³/h.m² binnenoppervlak. Dit geldt voor de oppervlakte van het kanaal tussen de geperforeerde plaat tot aan het uiteinde van het kanaal ter hoogte van de inlaatbuizen.
- Vlamdichtheid (E-criterium): de vlamdichtheid ter plaatse van de afdichting/doorvoering tussen het kanaal en de ophangstructuur moet worden getest volgens EN 1363-1.
- Thermische isolatie (I-criterium): de prestaties op het vlak van thermische isolatie moeten worden aangetoond d.m.v. de testresultaten volgens EN 1366-1.
- Mechanische stabiliteit voor alle prestatiekenmerken van de brandweerstand (stabiliteit als onderdeel van het E- criterium): indien het kanaal tijdens de brandproef bezwijkt wordt dit als falen beschouwd. Bovendien mag de vervorming van de kanaalsectie max. 10 % bedragen (breedte en hoogte voor rechthoekige kanalen, diameter voor cirkelvormige leidingen).
Hoe worden de ventilatiekanalen getest?
Ventilatiekanalen kunnen volgens verschillende normen getest worden. De meest voorkomende zijn de Europese normen (EN 1366), de British Standard (BS 476) en in sommige specifieke gevallen de American Standard (UL).
Volgens de Europese normen dienen ventilatiekanalen te worden getest volgens EN 13501-3. De indeling wordt aangevuld met "(i → o)" – brandbelasting aan de binnenzijde, "(o → i)" – brandbelasting aan de buitenzijde of "(i ↔ o)" – brandbelasting in beide richtingen.
Deze laatste classificatie bevestigt de resultaten van brandproeven volgens 1366-1 met brandbelasting aan de binnenzijde en brandbelasting aan de buitenzijde. Voor elk scenario is er één kanaal nodig en beide scenario's moeten in horizontale en verticale richting worden getest.
De standaard tijd/temperatuurcurve beschreven in EN 1363-1 (ISO 834) is voor beide scenario’s van toepassing.
De prestatiecriteria zijn de volgende:
- Vlamdichtheid (E-criterium): falen voor het vlamdichtheidscriterium wordt geacht te zijn opgetreden indien een van de volgende gevallen zich voordoet:
- falen voor het vlamdichtheidscriterium aan de niet-blootgestelde zijde van het kanaal zoals gedefinieerd in EN 1363-1,
- het debiet voor de luchtsnelheid gemeten in kanaal A bedraagt meer dan 15 m³/(m²/h) bij 20°C en 1013 mbar m.b.t. het binnenoppervlak van het kanaal dat zich in de oven bevindt.
- Thermische isolatie (I-criterium): de voorwaarden voor falen voor het I-criterium worden gedefinieerd in EN 1363-1: het kanaal voldoet niet meer aan het I-criterium wanneer de temperatuurstijging op de niet-blootgestelde zijde in een van de thermokoppels hoger is dan 180°C of gemiddeld hoger is dan 140 °C.
- Rookdoorlatendheid (S-criterium): falen voor het rookdoorlatendheidscriterium wordt geacht te zijn opgetreden wanneer het debiet voor de luchtsnelheid gemeten in kanaal A tijdens de test meer dan 10 m³/(m²/h) bedraagt bij 20°C en 1013 mbar m.b.t. het binnenoppervlak van het kanaal dat zich in de oven bevindt.
Volg Promat Benelux op